Een kringspel voor het Sint Jansfeest

Met vallen en opstaan

We gaan in dit lied door de afdaling, de inwikkeling heen, naar de verheffing, de ontplooiing; zeven maal achter elkaar. En dit in steeds toenemende mate.

Alles in het het leven ontwikkelt zich ritmisch. De ontwikkeling bij mensen gaat immers ook niet in één keer, maar met vallen en opstaan.

(Om precies te zijn: Het leven ontwikkelt zich in perioden van zeven. Dat zie je ook bijvoorbeeld in de plantenwereld, en de dagen van de week)

Met dit kringspel leren de kinderen spelenderwijs het duistere te beleven en weerstanden te overwinnen. Je leert afstand nemen en weer doorgaan tot je uiteindelijk je doel bereikt.

De dans 'De zevensprong'

• De kinderen lopen in de kring hand in hand naar rechts. De kring beweegt zich dus tegen de klok in, terwijl er wordt gezongen:
  'Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven,
  Heb je wel gehoord van de zevensprong?
• Huppelend verder:
  Ze zegg'n dat ik niet dansen kan!
  Ik kan dansen als een edelman!'
• Handen los, men draait naar het middelpunt van de kring en zet één voet vooruit (naar het midden) :
  'Dat is één'
• Alles herhalen vanaf het begin 'Heb je wel gehoord...';
  en bij 'dat is twee' stapt de andere voet erbij:
  '...Dat is één, dat is twee'
• Weer alles herhalen met dezelfde bewegingen.
  Er komt bij: 'Dat is drie': knielen op één knie:
  '...'Dat is één, dat is twee, dat is drie'
• Dan komt erbij: 'dat is vier' - de andere knie komt erbij.
• 'Dat is vijf': er komt bij: één elleboog op de grond (hoofd steunt op hand).
• 'Dat is zes': ook de andere elleboog op de grond (hoofd steunt op beide handen).
• 'Dat is ze-e-ven': het hoofd buigt tot op de grond.

D. Udo de Haes: '...Zo is men a.h.w. ééngeworden met de aarde, men lijkt een klompje aarde-stof. Daarna springt men op. En eventueel kan het spel opnieuw beginnen.'