menu
De kerstappel 

Een verhaal voor de advents- en kersttijd

Door Ruth Sawyer

Er was eens een kleine klokkenmaker die leefde in Tirol. Hij heette Hermann Joseph en hij woonde in een kleine kamer met een werkbank, een kast voor zijn hout en gereedschap, een kast voor serviesgoed, en een bed op wieltjes, dat onder de werkbank stond. Verder was er een kruk en dat was alles, behalve de klokken. Er waren honderden klokken: klein en groot, bewerkt en eenvoudig, sommige met houten wijzerplaten, en andere van porselein, pendules op de planken, en de koekoeksklokken, en de klokken mét- en klokken zonder klokkenspel, die allemaal aan de muren hingen; en deze bijna helemaal bedekten.

Voor zijn enige kleine raam was een kleine plank, waarop Hermann al zijn beste klokken zette, om ze te tonen aan de voorbijgangers. Vaak stopten zij om te kijken en dan riep iemand: "Kijk, Hermann Joseph heeft een nieuwe klok gemaakt. Die overtreft alle andere." En als het zover kwam dat iemand een klok wilde hebben, dan ging hij naar binnen om hem te kopen.

Ik zei dat Hermann een kleine klokkenmaker was omdat zijn rug gebogen was en zijn benen krom waren, waardoor hij er klein en wat ongewoon uitzag. Maar er was geen vriendelijker gezicht in de hele stad dan het zijne en de kinderen hielden van hem. Altijd als er speelgoed gebroken was of een pop een arm had verloren of een been of een oog, dan bracht het onvoorzichtige moedertje die pop regelrecht naar Hermanns winkeltje. “Dit arme kindje moet beter gemaakt worden”, zei ze dan, "kunt u dat nu voor mij doen?”

En waar Hermann ook mee bezig was, hij legde zijn werk atijd opzij, om het gebroken speelgoed of pop te repareren; en hij wilde er nooit een cent voor hebben. “Koop er maar wat lekkers voor, of, nog beter: spaar het maar tot Kerstmis, misschien brengt het je dan wel geluk", zei hij altijd.

Nu was het, in die lang vervlogen tijd, gewoonte, dat de mensen die in de stad woonden op Kerstmis geschenken naar de prachtige kathedraal brachten en die voor Maria en het Kind neerlegden. De mensen spaarden het hele jaar door, zodat ze met Kerstmis iets bijzonder moois konden brengen. En men beweerde dat, als iemand iets bracht waar het Christuskind blijer van werd dan van alle andere gaven, Hij zich op Maria's arm naar voren zou buigen om het aan te pakken.

Dit was natuurlijk maar een vertelsel. De oude Herr Graff, de oudste inwoner van de stad, kon zich niet herinneren dat het ooit echt gebeurd was en veel mensen lachten alleen al bij het idee. Maar kinderen spraken er vaak over en de dichters maakten er prachtige verzen over, en vaak, als er dure geschenken naast het altaar gelegd waren, fluisterden de mensen die toekeken elkaar toe: “Misschien zullen we nu het wonder zien gebeuren.”

De mensen die geen geschenken hadden om te brengen gingen toch op kerstavond naar de kathedraal en zagen de geschenken van de anderen, luisterden naar de kerstliederen, en keken naar de brandende waskaarsen. De kleine klokkenmaker was één van hen. Vaak hield iemand hem tegen en vroeg dan: “Hoe komt het toch, dat jij nooit een geschenk brengt?” Eens vroeg de bisschop zelf: “Waar is jouw geschenk voor het Kind? Mensen die armer zijn dan jij hebben wel offers gebracht naar het Kind. Waar is jouw geschenk?” Toen had Hermann geantwoord: “Wacht u maar, op een goede dag zult u zien, dat ook ik een geschenk zal brengen."

De waarheid was, dat de kleine klokkenmaker het hele jaar door alles weggaf en er met Kerstmis nooit iets over was. Maar hij had een prachtig idee; waar hij aan werkte op iedere minuut die hij over had tijdens zijn arbeid met de klokken. Het had hem jaren en jaren gekost; niemand wist hier iets van, behalve Trude, zijn buurmeisje, en Trude was van kleine baby opgegroeid tot een huismoedertje, en nog steeds was het geschenk niet klaar.

Het zou een klok worden, de meest wonderbaarlijke en mooiste klok ooit gemaakt, en het werk aan ieder onderdeel werd met liefde en zorg uitgevoerd. Het houtsnijwerk van de kast, de perfectie van het uurwerk, de gewichten, de wijzers en de wijzerplaat, dat alles had jaren werk gekost. En nu zag Hermann dat hij het voor de komende Kerstmis af kon hebben als hij zich een beetje meer haastte en iets meer tijd nam.

Hij repareerde nog steeds het speelgoed van de kinderen, maar maakte geen gewone klokken meer; daardoor waren er minder om te verkopen, en vaak was zijn voorraadkast leeg en ging hij zonder avondeten naar bed. Maar daardoor werd hij alleen maar wat dunner en zijn gezicht 'n beetje vriendelijker. En intussen werd de klok, het geschenk, steeds mooier en mooier.

Hij was gemaakt in de vorm van een eenvoudig stalletje, met balken, en een kribbe. De heilige moeder knielde naast de kribbe waarin een heel klein Christuskindje lag, terwijl door het open deurtje de uren naar buiten traden. Er waren drie koningen en drie herders, drie soldaten en drie engelen. Als de klok het hele uur sloeg knielden ze om beurten in aanbidding voor het slapende Kind neer, terwijl de zilveren klokjes het Magnificat speelden. “Zie je”, zei de klokkenmaker tegen Trude, “we zouden niet alleen op zondagen en feestdagen het Kerstkindje moeten aanbidden en geschenken brengen, maar iedere dag, ieder uur.”

De dagen gingen voorbij als de wolken die door de winterwind worden voortgedreven en eindelijk was de klok klaar. Hermann was zo opgetogen over zijn werk, dat hij de geschenk-klok op de plank voor zijn raampje zette om hem aan voorbijgangers te laten zien. Er waren groepen mensen die daar de hele dag naar stonden te kijken en veel mensen fluisterden: "Denk je dat dit het geschenk zou kunnen zijn, waar Hermann over sprak - zijn geschenk aan de Kerk op kerstavond?"

De dag voor Kerstmis kwam. Hermann maakte zijn winkeltje schoon, wond al zijn klokken op, borstelde zijn kleren en ging toen weer naar de klok die een geschenk was, om er zeker van te zijn dat alles perfect was. Hij zal vast niet slecht afsteken bij de andere geschenken, dacht hij blij. Hij was zelfs zo gelukkig dat hij al zijn geld, behalve een stuiver, aan de blinde bedelaar gaf die zijn huis voorbij kwam.

En toen hij zich herinnerde, dat hij sinds het ontbijt nog niets had gegeten, besteedde hij die laatste stuiver aan een kerstappel om die te eten, samen met een korst brood die hij nog had. Hij legde ze in de kast om ze te eten als hij zich omgekleed had, maar toen ging de deur open en Trude stond daar, zachtjes huilend.

“Kind, kind, wat scheelt eraan? vroeg hij, en hij sloeg zijn armen om haar heen. “Het gaat om de vader in ons gezin, hij is gewond en al het geld dat wij opzij gelegd hadden voor een kerstboom en lekkers en speelgoed is opgegaan aan de dokter. En nu, hoe moet ik dat nu aan de kinderen vertellen? Ze hebben de kaars op de vensterbank al aangestoken en wachten op de kerstman."

”De klokkenmaker lachte opgewekt: “Kom, kom, kindje, alles zal goed komen. Hermann zal een klok voor je verkopen. Er zal heus wel iemand in de stad zijn die een klok nodig heeft; dan hebben we in een oogwenk geld genoeg voor de kerstboom en het speelgoed. Ga nu maar zingen thuis.”

Hij knoopte zijn overjas dicht en, nadat hij van de oude klokken de beste had uitgezocht, ging hij naar buiten. Eerst ging hij naar de rijke kooplieden, maar hun huizen waren vol met klokken; toen naar de gezellen, maar die zeiden dat zijn klok ouderwets was. Hij ging zelfs op de hoek van de straten staan en op het plein, en riep: “Een klok, een goede klok te koop”, maar niemand besteedde enige aandacht aan hem.

Uiteindelijk ging hij naar Herr Graff zelf. “Wilt Uwe Excellentie een klok kopen?”, zei hij, terwijl hij beefde om zijn eigen vrijmoedigheid. “Ik was niet van plan om het te vragen, maar het is Kerstmis en ik moet geluk kopen voor een paar kinderen.” Herr Graff glimlachte. “Ja, ik wil wel een klok kopen maar niet deze. Ik zal duizend gulden betalen voor de klok die je de laatste vier dagen voor jouw raam had staan.”

“Maar Excellentie, dat is onmogelijk!”En de oude Hermann beefde als nooit tevoren. “Poeh! Niets is onmogelijk. Dié klok of geen een. Gaat u maar naar huis. Over een half uur zal ik de klok laten halen en u het geld betalen.” De kleine klokkenmaker wankelde naar buiten.

“Alles, maar niet dat - alles, maar niet dat!” bleef hij steeds maar mompelen onderweg naar huis. Maar toen hij het huis van zijn buren voorbij liep, zag hij de kinderen voor het venster met hun brandende kaars, en hij hoorde Trude zingen.

En zo gebeurde het, dat de bediende van Herr Graff kwam en de klok, het geschenk, meenam; maar de klokkenmaker nam maar vijf van de duizend gulden als betaling aan. En toen de bediende de straat uitliep, begonnen de klokken van de grote kathedraal te luiden en de straten werden plotseling rumoerig van de vele mensen die daarheen gingen en hun kerstgeschenken droegen.

“Ik ben wel meer met lege handen gegaan”, zei de klokkenmaker verdrietig. “Ik kan dat nog wel een keer doen.” En weer knoopte hij zijn overjas dicht. Toen hij zich omdraaide om zijn kastdeur te sluiten viel zijn oog op de kerstappel. Een wonderlijk glimlachje kwam over zijn mondhoeken en lichtjes kwamen in zijn ogen. “Het is alles wat ik heb: mijn eten voor twee dagen. Ik zal dat dragen naar het Christuskind. Het is immers beter dan met lege handen te komen.”

Wat vredig en prachtig was de grote kathedraal toen Hermann binnenkwam! Duizenden kaarsen brandden en overal hing de zoete geur van het kerstgroen. Het altaar voor Maria en het Kind was overladen met geschenken.

Er waren kostbaarder gaven dan ooit: prachtig gemaakte vazen van de beste zilversmeden; gouden doeken en doeken van zijde die door de kooplieden uit het Oosten waren meegenomen; dichters hadden hun verzen meegebracht, die prachtig uitgeschreven waren op perkamentrollen; schilders hadden hun schilderijen van heiligen en de Heilige Familie aangeboden. Zelfs de koning had zijn kroon en scepter gebracht en die voor het Kind neergelegd.

En nu, na al deze gaven, kwam de kleine klokkenmaker, hij liep langzaam over het donkere middenpad, terwijl hij zijn kerstappel stijf vasthield. De mensen zagen hem en er steeg een onverstaanbaar gonzend gemompel op door de kerk heen, dat steeds duidelijker en verstaanbaarder werd: “Schande! Zie je wel, hij is te gierig om zijn klok te brengen. Hij bewaart hem zoals een vrek zijn goud. Kijk eens wat hij brengt! Schande!”

De woorden bereikten Hermann en hij strompelde blindelings door. Terwijl zijn hoofd naar voren gebogen op zijn borst hing, baande hij op de tast zijn weg. De afstand leek oneindig groot. Nu wist hij, dat hij voorbij de zitbanken was; nu raakten zijn voeten de eerste trede, en er waren er zeven om tot het altaar te klimmen. Zouden zijn voeten ooit de top bereiken?

“Ëen, twee, drie,” telde hij langzaam in zichzelf; toen struikelde hij en viel bijna. “Vier, vijf, zes.” Hij was er haast. Er was er nog maar één.

Het gemompel van “schande!” stierf weg en in plaats daarvan kwam een gefluister van verbazing en ontzag. Al gauw waren de woorden duidelijk te verstaan: “Het wonder! Het is het wonder!”

De mensen knielden neer in de grote kathedraal; de bisschop hief zijn handen op in gebed. En de kleine klokkenmaker, die strompelde naar de laatste trede, keek op met doffe ogen en zag het Kind zich naar hem toe buigen, ver van Maria's armen, met de handen uitgestrekt, om zijn geschenk in ontvangst te nemen.

Vertaling van 'The Christmas Apple': © www.doehoek.nl/www.antrovista.com

Zoek naar ideeën
 
Advent

Met drie adventsliederen

Advent | muziek maken

Gekleurd figuurzaagwerk

Atelier 't Ezeltje

Advent | Kersttijd | kunst en ambacht

Muziek, teksten en achtergronden

Wil van Eekeren

Advent | Kersttijd | toneelspelen | muziek maken

Een sprookje voor de Advent

Advent | verhalen vertellen

Pentatonisch adventslied voor kleine kinderen

Advent

Voor de advents- of wintertijd, en het hele jaar door

Gracia Van der Staal

Advent | Kersttijd | handwerken

Adventsliedje van Elisabeth Lebret

Advent

Beweegbaar kersttafereel van karton

Diny Kiers

Kersttijd | knutselen | Advent

Uit: Speelgoed om zelf te maken, door Freya Jaffke

Sinterklaas | knutselen | Advent

Wichtelen in de adventstijd

Gracia Van der Staal

Handwerken | Advent | spelletjes

Wikkelen met twee kleuren woldraad

Jannie Fennema

Kersttijd | Advent | handwerken

Regien Kos

Kersttijd | Advent | handwerken

Een sint nicolaasvertelling door Nienke van Hichtum

Sinterklaas | Advent

Middeleeuws adventslied

Advent

Figuurzaagwerk in berkentriplex

Atelier 't Ezeltje

Kersttijd | Advent | kunst en ambacht

Een heerlijk werkje met wollen kamband en gouddraad

Renée Van der Velden-Stroo

Kersttijd | Advent | handwerken

Transparant naar een ontwerp van Freya Jaffke

Advent | kunst en ambacht | Kersttijd | knutselen

Een mooie versiering voor de Kersttijd

Gerard Veldman

Knutselen | Advent | Kersttijd

Uit: 'Kerstversieringen', Thomas Berger

Advent | Kersttijd | Sint Maarten | knutselen

Figuurzaagwerk in berkentriplex

Atelier 't Ezeltje

Advent | Kersttijd | kunst en ambacht

Waldorf Inspiration zingt

Eveline Clignett

Sinterklaas | Advent

origamiwerk van een nat-in-nat schilderij

Els Veldhuijzen

Kersttijd | Advent | knutselen

Voor de Advents- en Kersttijd

Sarah Dijkstra

Kersttijd | knutselen | Advent

Acht-, vijf- en tienpuntige ster

Advent | Kersttijd | knutselen

Voor de kerstboom

Regien Kos

Kersttijd | Advent | handwerken