menu
De fluit van de herdersjongen 

Een Noors kerstverhaal door Dan Lindholm

In de nacht toen Jezus geboren werd, liep een arme herdersjongen over de heuvels bij Bethlehem om één van zijn schapen te zoeken. En zo gebeurde het, dat hij niet bij de herders was, waarover de bijbel ons vertelt. Deze jongen diende bij een strenge heer - wie weet misschien wel bij een van de waarden in Bethlehem - en als hij zou thuiskomen en er een schaap van zijn kudde ontbrak, dan kreeg hij slaag. Daarom lette hij nauwelijks op de wonderbaarlijke dingen die om hem heen gebeurden. Hij merkte niet dat de wind ging liggen; hij hoorde niet hoe de vogels begonnen te zingen en hij zag niet dat alle sterren plotseling met dubbele glans straalden. Zijn weg voerde hem de berg op. Hij zocht achter iedere struik, tot hij ten slotte boven op de berg stond. Van hier kon hij ver in het rond over de velden zien, helemaal tot de stad Bethlehem.

Terwijl hij daar zo boven stond, gebeurde het, dat de hemel zich opende en dat de nacht zo licht werd als de dag. Een ontelbare schaar engelen verscheen en hun lofzang klonk over de aarde. Hoe groot dit wonder was, dat in die nacht geschiedde, heeft tot op de dag van vandaag nauwelijks een mens begrepen. Daarom kunnen we het een kleine herdersjongen ook vergeven, dat hij deze boodschap niet meteen begreep. Hij dacht alleen maar aan het schaap, dat ervandoor gegaan was en hij wilde verder zoeken.

Toen stond er plotseling een engel voor hem en sprak: "Maak je geen zorgen meer om het schaap, op dit uur is een veel grotere Herder geboren. Ga snel naar Bethlehem, waar het Christuskind, de Verlosser van de wereld, in de kribbe ligt."

"Voor de Verlosser van de wereld," zei de jongen, "voor Hem mag ik toch niet verschijnen, als ik hem geen geschenk kan geven?"

"Hier, neem deze fluit en speel een lied voor het kind," sprak de engel, en was op hetzelfde ogenblik verdwenen. Zeven tonen had die fluit en toen de jongen haar aan zijn lippen zette, speelde ze als vanzelf.

Dankbaar en blij liep hij de berg af. Hij wilde over een beekje springen, maar struikelde en lag languit zo groot als hij was, tussen de kiezelstenen. De fluit viel uit zijn hand. Uit zijn mond ontglipte een woord, dat misschien wel eens onder de herders gebruikt wordt, maar dat men beter niet gebruiken kan. Mooi was het niet! Én toen hij de fluit weer in de hand hield was er één toon verloren gegaan. Nog zes tonen kon de fluit spelen.

Tijd om te huilen was er niet en bovendien werd het pad langzaam beter; dus liep hij zo snel mogelijk door. Ineens bleef hij staan: vlak voor zich zag hij een grote wolf zitten met ontblote tanden, klaar om te bijten. Het was de lammetjesverslinder zelf. De jongen werd woedend. "Maak dat je wegkomt," riep hij en voor hij er erg in had, had hij de fluit naar de al wegvluchtende wolf gegooid. Toen hij haar weer vond, kon de fluit nog maar vijf tonen laten horen.

De herdersjongen was nu op de plaats gekomen waar de kudden steeds waren. Rustig lagen daar alle schapen en er heerste diepe stilte, slechts één schaap liep blatend rond. De jongen wilde het binnen de omheining brengen. Hij rende er achter aan en omdat het schaap hem ontweek gooide hij met wat hij juist in zijn hand hield. Het was de fluit, die weer een toon verloren had.

Maar waar waren de andere herders toch gebleven? De jongen kon immers niet weten dat zij voor het kindje in de stal knielden. Hij dacht dat ze vast weer met een kruik bier in de herberg zaten en dat hij als jongste weer de wacht moest houden. Boos schopte hij met zijn voet tegen een kruik met water, die dicht bij het vuur stond. Toen was het of een onzichtbare macht hem de fluit uit zijn hand sloeg, en toen hij haar weer opraapte had zij nog maar drie tonen over.

Daarop ging hij verder naar Bethlehem. Alles ging goed, tot hij door de stadspoort wilde gaan. Daar zag hij zich plotseling omringd door een groep straatjongens die hem zijn fluit wilden afnemen, maar hij wilde haar niet geven. Er vielen klappen over en weer. De fluit had hij weliswaar behouden, maar weer was een toon verloren gegaan.

Eindelijk stond hij toch voor de stal. Hoog boven het dak straalde de wonderbaarlijke ster en in de kribbe lag de Verlosser van de wereld. En toch zou het nog gebeuren dat de fluit nog maar één toon overhad, toen hij de stal binnenging. Want juist wilde hij langs de huisdeur lopen, toen de bitse hond van de waard op hem af schoot. Hij wist zich niet anders te verweren dan met wat hij in zijn hand hield en dat was de fluit.

Zo stond hij nu bij de staldeur maar durfde niet naar binnen te gaan. Hij schaamde zich heel diep, dat er zo weinig van zijn geschenk overgebleven was. In zijn onschuld kon hij niet weten, dat de weg die iedere mens tot de Verlosser voert vol hindernissen is.

Maar de moeder van het Christuskind wenkte hem binnen te komen. En heel stil kwam de jongen uit zijn hoekje te voorschijn en hij speelde op zijn fluit de laatste, nog overgebleven toon. Wat klonk die prachtig. Het Kind luisterde en iedereen in de stal luisterde, Maria en Jozef, de os en de ezel. Het Kerstkind strekte zijn goddelijke hand uit en raakte de fluit aan. En zie: op hetzelfde ogenblik was de fluit weer heel, en haar zeven tonen klonken weer zo mooi en heerlijk, zoals ze al in de hemel geklonken hadden.

Zoek naar ideeën
 
Kersttijd

 « 123 » 

Gekleurd figuurzaagwerk

Atelier 't Ezeltje

Advent | Kersttijd | kunst en ambacht

Een gedicht van Christian Morgenstern (1871-1914)

Kersttijd | spreuken en versjes

Een verhaal voor de kersttijd

Nienke van Hichtum

Kersttijd | verhalen vertellen

Uit: 'Christuslegenden', door Selma Lagerlöf

Kersttijd | verhalen vertellen

Een kerstverhaal voor de kleintjes

Hermien IJzerman

Verhalen vertellen | Kersttijd

Een oudejaarsavondverhaal uit Japan

vanaf 10 jaar

Oud en nieuw | verhalen vertellen | Kersttijd

Een kerstverhaal voor kinderen vanaf 8 jaar

Uit: 'Christuslegenden' van Selma Lagerlöf

Kersttijd | verhalen vertellen

Een verhaal voor de advents- en kersttijd

door Ruth Sawyer

Advent | Kersttijd

Een verhaal voor kleine kinderen

Door Hermien IJzerman

Kersttijd | verhalen vertellen

Een kerstverhaal voor jonge kinderen

Hermien IJzerman

Kersttijd | verhalen vertellen

Muziek, teksten en achtergronden

Wil van Eekeren

Advent | Kersttijd | toneelspelen | muziek maken

Door Daniël Udo de Haes

Kersttijd | verhalen vertellen

Geometrische figuren uit goudfolie

Uit 'Seizoenenknutselboek' van Petra en Thomas Berger

Kersttijd | knutselen

Een handgebarenversje voor de kersttijd

Rita Veenman

Kersttijd | spreuken en versjes

Verteld door Leo Tolstoi (Rusland, 1852 - 1910)

Kersttijd | verhalen vertellen

Voor de advents- of wintertijd, en het hele jaar door

Gracia Van der Staal

Advent | Kersttijd | handwerken

Beweegbaar kersttafereel van karton

Diny Kiers

Kersttijd | knutselen | Advent

Knutselen met vliegerpapier

Kersttijd | knutselen

Een spel met zang en schoolbordtekeningen

Voor kinderen vanaf 9 jaar

Kasper Heineke

Kersttijd

Om langs de deuren mee te gaan

Atelier 't Ezeltje

Kersttijd | kunst en ambacht

Eenvoudig knutselwerkje van gras

Renée Van der Velden-Stroo

Kersttijd | knutselen

Wikkelen met twee kleuren woldraad

Jannie Fennema

Kersttijd | Advent | handwerken

Regien Kos

Kersttijd | Advent | handwerken

 « 123 »